Vlaams Minister Lydia Peeters opent op 5 oktober de Logistiekdag, maak alvast kennis met haar middels drie vragen.
1. Wat is uw motivatie geweest om in de politiek te gaan?
De politieke microbe heb ik doorgekregen van mijn vader, die tussen 1982 en 1994 schepen was in Dilsen-Stokkem en gedurende korte tijd ook burgemeester. Door de politieke interesse al van jongs af aan te erven, rolde ik al op jonge leeftijd in de liberale jongerenafdeling in Dilsen-Stokkem. Mijn betrokkenheid bij de liberale partij groeide verder tijdens mijn studies rechten aan de Katholieke Universiteit Leuven en mijn werk als advocaat aan de balie van Tongeren en Hasselt.
In 1999 kreeg ik de kans om als kandidate voor de Vlaamse parlementsverkiezingen op te komen voor de VLD in Limburg, dat bleek het begin van mijn politieke carrière. Ook lokaal raakte ik meer betrokken en werd verkozen als burgemeester van Dilsen-Stokkem. Mijn gedrevenheid en lokale betrokkenheid vielen in de smaak bij de inwoners van Dilsen-Stokkem, waar ik vier keer werd herkozen als burgemeester. Het werd tegelijk ook een succes voor de lokale partij: in 2018, werden we met net geen 35%, voor de vierde legislatuur op rij de grootste partij van Dilsen-Stokkem en won zelfs nog een zetel.
Ik heb me altijd ten volle ingezet voor mijn politieke werk, zowel op lokaal als provinciaal en Vlaams niveau. Mijn inzet voor diverse beleidsdomeinen, waaronder economie, werk, ruimtelijke ordening en mobiliteit, heeft me een reputatie opgeleverd als een toegewijde en deskundige politica. In 2019 kreeg ik de kans om als Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken een verschil te maken en te werken aan een vlot, veilig en duurzaam verkeer voor alle weggebruikers.
Door mijn lokale ervaring en mijn sterke band met de inwoners van Dilsen-Stokkem, wil ik mij inzetten voor een mobiliteitsbeleid waarin lokale besturen echt gehoord worden. Mijn motivatie in de politiek komt voort uit mijn passie voor het dienen van de gemeenschap, het verbeteren van levenskwaliteit en het creëren van een betere samenleving.
2. Wat is de belangrijkste uitdaging voor Vlaanderen distributieland en welke rol neemt uw ministerie daarbinnen?
Verkeerscongestie vormt een grote uitdaging voor Vlaanderen als logistieke topregio. Bovendien voorspelt het Planbureau tegen 2040 een groei van 20 procent van het goederenvervoer. Hoe gaan we met die voorspelling om als we kijken naar de huidige verkeersdrukte en de ambitie om de positie van Vlaanderen als logistieke topregio te behouden?
Daarom zet ik binnen mijn beleid in op de modal shift waar we onze voertuigkilometers verschonen en verschuiven richting de waterwegen en het spoor. Zo willen we het aandeel van water in het goederenvervoer verhogen tot 20 procent tegen 2030. Vandaag gaat dat om ruim 16 procent.
Om die modal shift richting het water te stimuleren investeren we met Vlaanderen in kwalitatieve infrastructuur. Denk bijvoorbeeld aan de verhoging van de 62 bruggen over het Albertkanaal. Het was een werk van lange adem, maar met trots kan ik stellen dat vanaf 2024 vierlagige containerschepen van en naar Antwerpen zullen kunnen varen. Dat is een voorbeeld van een investering die zorgt voor cruciale capaciteit op onze waterwegen.
Daarnaast is het ook belangrijk om te blijven inzetten op watergebonden bedrijvigheid. Iets waar bijvoorbeeld in het kader van het Economisch Netwerk Albertkanaal werk van gemaakt wordt. Ook zetten we in op het bewerkstelligen van een ‘mental shift’ bij bedrijven en informeren en begeleiden we hen om per goederenstroom een optimale moduskeuze te maken.
Ook wat betreft spoor doen we vanuit Vlaanderen meer dan een duit in het zakje. U zal waarschijnlijk weten dat de spoorwegen behoren tot de federale bevoegdheden. Desalniettemin toont Vlaanderen ook hier haar ambities en investeren we voor 100 miljoen in spoorprojecten die voor Vlaanderen van strategisch belang zijn, bijvoorbeeld voor de verbinding van onze havens.
3. Op de Logistiekdag spreken we vooral ook over verduurzamen van logistiek. Wat wilt u bijdragen over dit thema?
We zijn wat verduurzaming betreft zeker en vast ambitieus. Zo werd in juni de Green Deal Binnenvaart ondertekend door bijna 90 organisaties. Het plan bevat doelstellingen om emissies te reduceren en de modal shift te realiseren met als einddoel een zero-emissie binnenvaart tegen 2050.
Als minister heb ik alleszins de uitgesproken ambitie om van Vlaanderen nummer 1 te maken als het over zero-emissie vrachtvervoer gaat. Hiervoor lanceerde ik eerder dit jaar het project VIAVIA, dat staat voor Vrachtvervoer Intelligent Aanpassen en Vergroenen via een Integrale Aanpak. In het multidisciplinaire team daarachter brengen we de knapste koppen samen om in de komende jaren de transitie naar zero-emissie in goede banen te leiden. VIAVIA zet in op 5 assen, met name de vergroening van de luchtvaart, binnenvaart, het wegvervoer, duurzame stadslogistiek en multimodale corridors.
Bedrijven twijfelen soms over hoe ze die vergroening moeten aanpakken. Ik heb daar begrip voor. We zitten immers in een belangrijke maar ook zeer uitdagende transitie. Ik wil daarom inzetten op het verlagen van drempels. Eerder dit jaar lanceerde ik nog een oproep voor laadinfrastructuur voor zwaar vervoer. De resultaten daarvan zijn sinds kort bekend en daaruit blijkt dat de interesse in groene vrachtwagens en bussen sterk in de lift zit. Uiteindelijk ging het om 109 goedgekeurde aanvragen, goed voor 7000 laadequivalenten en een totaalsom van 6,4 miljoen euro.
Ook zijn we een oefening gestart om inzake stedelijke logistiek een kader vorm te geven samen met andere entiteiten en een grote groep stakeholders. Dat moet ervoor zorgen dat onze steden leefbaar, maar ook bereikbaar blijven en dat er geen wirwar van regels opdoemt in de komende jaren.